Lezing Neuro cognitief onderzoek naar dromen door Martin Dresler
Martin Dresler is universitair hoofddocent in neuro cognitieve wetenschap aan de Radboud Universiteit in Nijmegen en geeft leiding aan het Slaap en Geheugen laboratorium binnen het Donders Instituut. Op 27 november verzorgde hij speciaal voor de VSD een online lezing met een overzicht van het neuro-cognitief onderzoek naar slapen en (lucide) dromen. De conclusies na afloop van de lezing waren dat dromen een sociale functie heeft om te kunnen omgaan met moeilijke situaties, dat het lucide dromen getraind kan worden en dat lucide dromen voor onderzoeksdoeleinden heel interessant zijn. Maar tevens waarschuwt hij om voorzichtig te zijn met lucide dromen, want er zitten ook nadelen aan.
Het nut van de slaap en de droom
Eigenlijk is slapen best vreemd gedrag, zeker als je bedenkt dat we het ongeveer een derde van ons leven doen. Evolutionair gezien lijkt slapen gevaarlijk voor de mens, je bent immers op je meest kwetsbaar. Er moeten dus voordelen aan het fenomeen slapen zitten om op te wegen tegen dit potentieel gevaar. En inderdaad is overtuigend bewezen dat slaap een positieve invloed heeft op ten minste acht menselijke functies. Slapen heeft bijvoorbeeld invloed op hormonen die stress en groei bepalen en het heeft positieve effecten op het immuunsysteem en op het geheugen. In de slaap ruimt je lichaam ook overtollige stoffen op, zowel in de hersenen als in je energiehuishouden. En niet in de laatste plaats biedt de slaap (en dan met name het dromen) de mens de mogelijkheid zichzelf vaardigheden eigen te maken om met moeilijke of angstige situaties om te kunnen gaan. Je oefent als het ware in je droom met verschillende mogelijke aanpakken zodat je dat in je fysieke leven kunt toepassen.
Wanneer droom je wat?
In slaaponderzoek wordt gebruik gemaakt van scans, waarbij de drie belangrijkste zijn:
- het EEG dat de activiteit van de hersenen meet,
- het EOG dat de activiteit van de oogbeweging meet
- en het EMG dat de activiteit van de spieren meet.
Via plakkertjes op het hoofd van de slapende persoon worden in het onderzoek steeds deze drie scans gemaakt, waarbij de uitkomsten per slaapfase (NonREM 1 tot en met 3 en de REM slaap) verschillend zijn. Doordat het om vaste patronen en verschillen gaat, weet de onderzoeker op deze wijze precies in welke slaapfase de slaper zich bevindt. Al lang is bekend dat slapers periodes met en zonder dromen hebben. Daarbij is lang ook een soort dogma geweest dat dromen vrijwel alleen in de REM slaap zouden voorkomen. Dat is niet helemaal waar gebleken. Onderzoek heeft aangetoond dat mensen die wakker gemaakt worden in/na de NonREM slaap herinneringen kunnen hebben. Maar die herinneringen uit de NonREM slaap zijn vooral abstract, ze bestaan uit gedachten. Terwijl mensen na de REM slaap meer hallucinerende, visuele herinneringen hebben, met een duidelijke vertellijn er in.
Het nut van de lucide dromer voor onderzoek
In het droomonderzoek is niet alleen vast te stellen óf mensen dromen, maar tot op zekere hoogte ook wát mensen dromen. De locatie van de hersenactiviteit tijdens iemands droom geeft een indicatie waarover iemand droomt. Is een bepaald gebied van de hersenen actief, dan gaat de droom waarschijnlijk over mensen. Een gesprek voeren of je in een vreemde omgeving begeven, leidt tot activiteit in andere delen van de hersenen. Het onderzoek hiernaar is echter nog lang niet klaar en om beter te kunnen voorspellen waarover mensen dromen zijn lucide dromers zo interessant.
De lucide dromer is zich tijdens de droom bewust van het feit dat hij of zij droomt en is daardoor ook in staat bewust acties te ondernemen. Dat gegeven wordt in onderzoek gebruikt om bepaalde acties in de droom te relateren aan delen in de hersenen waar een verhoogde hersenactiviteit zichtbaar wordt. Zo kan bijvoorbeeld vooraf aan een lucide dromer gevraagd worden ergens over te dromen of een bepaalde handeling te verrichten. Ook wordt afgesproken dat de lucide dromer tijdens het dromen aangeeft wanneer de afgesproken handeling start en stopt. Hierdoor kunnen onderzoekers precies vaststellen welke hersenactiviteit met welke handeling in de droom overeenkomt. Het tijdens de droom aangeven waarover je droomt, gaat via vooraf afgesproken oogsignalen. Ook zijn er methoden om van buiten af (b.v. door akoestische- of lichtsignalen) de dromer er op te attenderen dat hij/zij bepaalde handelingen zou moeten verrichten.
Het verbeteren van je vaardigheden om lucide te dromen
Lucide dromen kan ook voor de dromer zelf van praktisch nut zijn. Lucide dromers kunnen bijvoorbeeld in de droom actief op zoek gaan naar inspiratie om muziek te componeren of een schilderij te maken. Ook zijn er aanwijzingen dat sporters beter worden als ze ook in hun lucide droom blijven oefenen. Tenslotte is er de mogelijkheid om nachtmerries op te lossen door middel van lucide dromen. Dat laatste is overigens niet altijd effectief en kan in sommige gevallen zelfs een tegenovergesteld effect hebben.
Ongeveer de helft van de mensen heeft ooit een keer lucide gedroomd. Er zijn maar heel weinig mensen die vaker, bijvoorbeeld op wekelijkse basis lucide dromen. Nog lastiger is het om de lucide staat enige tijd vast te houden om in de droom bewuste acties te ondernemen. Dus wordt er ook onderzoek gedaan of je je vermogen om lucide te dromen kunt verbeteren. Een droomdagboek bijhouden is daarvoor een eerste stap. Daarnaast kun je kijken of je terugkerende thema’s hebt in dromen en die gebruiken om je lucide vermogens te vergroten. Dit doe je door je bewust af te vragen of je droomt of niet, wanneer in het dagelijks leven zo’n thema voorbij komt. Als je dat consequent leert doen, is dat een vaardigheid die je mee kunt nemen in je dromen en kun je al dromend je afvragen of je droomt of niet. Men doet ook onderzoek met virtual reality, waarbij mensen in bizarre situaties getraind worden zich bewust te zijn van wakker zijn of dromen. Daarnaast zijn er allerlei stimuli zoals lichtflitsen of het prikkelen van het evenwichtsorgaan tijdens de slaap en het gebruik van drugs. Dit is allemaal bedoeld om het vermogen tot lucide dromen te versterken. Maar hoewel er voorzichtige aanwijzingen zijn dat het lucide dromen te trainen is, blijkt dat wetenschappelijk nog niet zo eenvoudig. Bovendien is gebleken dat als je stopt met het trainen, je vaardigheid voor lucide dromen snel terugvalt op het niveau dat je van nature hebt. Het trainen levert dus geen blijvend effect op.
Risico’s aan lucide dromen
Overigens waarschuwt Martin Dresler voor het teveel proberen om lucide te dromen. Er zijn namelijk aanwijzingen dat dat nadelige effecten kan hebben. ‘Gewone’ lucide dromers hebben over het algemeen een betere mentale gezondheid. Ze worden ‘frisser’ wakker uit hun slaap met meer positieve gevoelens. Maar overmatig proberen lucide te worden kan juist leiden tot mentale dissociatie en dus tot een verslechtering van je mentale gezondheid. Martin Dresler raadt dan ook aan het verbeteren van je lucide capaciteiten bij voorkeur onder begeleiding te doen.
Mocht je overigens een actieve lucide dromer zijn, dan wil het Donders Instituut heel graag met je in contact komen. Ze kunnen je dan goed gebruiken als deelnemer aan hun slaaponderzoek. Voor meer informatie hierover zie: http://dreslerlab.org.
Reacties
Log in om de reacties te lezen en te plaatsen